Behalve de brandpuntsafstand wordt op een objectief ook altijd de lichtsterkte aangegeven. Op een zoomobjectief staat bijvoorbeeld 18-200mm F3,5-6,3. De lichtsterkte van een objectief wordt aangegeven door de grootste diafragma opening van een objectief. De opening van het diafragma wordt aangegeven door de zogenaamde F-waardes. Hoe lager deze waarde is, hoe groter de maximale opening van het diafragma. In dit voorbeeld varieert het diafragma en dus de lichtsterke wanneer je verder inzoomt. Bij een brandpuntsafstand van 18mm is de maximale opening van het diafragma F3,5 en bij 200mm is dit F6,3.
Een grotere maximale opening van een objectief heeft twee belangrijke voordelen. Ten eerste kun je op het moment dat de lichtomstandigheden slechter zijn simpelweg het diafragma verder openzetten om meer licht binnen te krijgen om toch een goed belichte foto te kunnen maken. In het geval dat je niet de mogelijkheid hebt om het diafragma open te draaien ben je genoodzaakt om de ISO waarde te verhogen of de sluitertijd te verlengen. Dit is echter niet in alle gevallen mogelijk waardeer je onderbelichte foto's zult krijgen.
Als tweede voordeel heb je meer controle over je scherptediepte. Met een groot diafragma, bijvoorbeeld F2,8, is een veel kleiner gebied van je foto scherp waardoor je een mooie onscherpe achtergrond krijgt. Op het moment dat het diafragma niet verder opengezet kan worden dan F5,6 is groter gebied scherp waardoor de achtergrond net iets te storend in de foto aanwezig kan zijn.